Veelgestelde vragen
Uw antwoord staat misschien in onze veelgestelde vragen en antwoorden
Uw antwoord staat misschien in onze veelgestelde vragen en antwoorden
Dit kan gebeuren tijdens de ontdooiprocedure, wanneer de airconditioner in de verwarmingsstand staat. Deze volkomen normale fase maakt deel uit van het beschermingssysteem. Tijdens het ontdooien ontdooit het apparaat het ijs op de buitenunit en wanneer het ijs smelt, kan een deel van de waterdruppels in stoom veranderen. Dit proces zou niet langer dan 10-12 minuten mogen duren.
Het kan van tijd tot tijd opnieuw gebeuren.
Het apparaat staat waarschijnlijk in de airconditioningsstand terwijl de buitentemperatuur laag is.
Dit kan van tijd tot tijd gebeuren doordat het apparaat de lucht afkoelt en daardoor soms condenseert. Controleer of de filters van de binnenunit schoon zijn. Dit kan het verschijnsel verminderen.
Pollen en allergenen zijn onzuiverheden in de lucht die bij sommige mensen allergische reacties kunnen uitlokken.
Wanneer deze allergenen zich in een stedelijke omgeving vermengen met andere onzuiverheden die in de lucht aanwezig zijn, zoals Diesel Particle Matter (DPM) (fijnstof afkomstig van dieselmotoren), geproduceerd door motoren, en vluchtige organische stoffen (VOC’s), aanwezig in bouwmaterialen en cosmetica en meer, kunnen de allergenen veranderen in zware allergenen, die vervolgens de nadelige gezondheidseffecten van deze allergenen kunnen verergeren en verergerde symptomen kunnen veroorzaken en latente allergieën kunnen opwekken.
Met een goed onderhouden airconditioningssysteem en filters die regelmatig vervangen worden, zal de airconditioning zelfs uw beste bondgenoot zijn tegen hooikoorts, rhinitis en diverse andere allergieën.
Er kunnen twee redenen zijn:
Het apparaat staat waarschijnlijk in de airconditioningsstand terwijl de buitentemperatuur laag is.
Dit kan van tijd tot tijd gebeuren doordat het apparaat de lucht afkoelt en daardoor soms condenseert. Controleer of de filters van de binnenunit schoon zijn. Dit kan het verschijnsel verminderen.
Bij de warmtepompfunctie is de cyclus omgekeerd, wat betekent dat de compressor uitblaast in de spoel aan de binnenzijde in plaats van in de spoel aan de buitenzijde, zoals het geval is in de koelstand.
Dit onderdeel is bekend als een vierwegklep (warmtepomp) die de verandering van richting regelt.
Alleen een slecht onderhouden airconditioning kan u ziek maken. Een goed onderhouden airconditioning draagt daarentegen bij tot een gezonde atmosfeer.
Vocht
Door de luchtvochtigheid te regelen, vermindert airconditioning de groei van schimmels en stofmijt. Airconditioning houdt de luchtvochtigheidsgraad tussen 40% en 60%, wat heel gunstig is voor mensen met een allergie.
Ventilatie
Sommige airconditioners hebben ingebouwde ventilatiesystemen. De aanwezigheid van mechanische ventilatiesystemen is tegenwoordig essentieel geworden vanwege de huidige bouwmethoden. De voorziening van verse lucht voorkomt het ontstaan van het sick building syndroom.
Filtratie
Het is van essentieel belang dat de filters op een specifiek moment worden vervangen Als de filters te laat worden vervangen, kunnen ze verzadigd raken en bacteriën gaan verspreiden in plaats van deze af te vangen. Alle airconditioners zijn uitgerust met een filter. De filtratiemethode varieert naar gelang van het type installatie en de behoeften van de klant. De doeltreffendheid van een filter kan gaan van filtratie van stof en deeltjes tot filtratie van fijn stof, pollen, bacteriën, virussen, geuren, microben en rookdeeltjes.
Luchtstromingen
Indien de apparatuur juist is gekozen, bestaat er geen gevaar voor tocht. Dit is echter specialistisch werk en moet als zodanig door de installateur worden uitgevoerd. Een airconditioningssysteem met onvoldoende capaciteit zal niet de gewenste temperatuur bereiken. De installatie van een systeem met een te grote capaciteit zal leiden tot tocht en temperatuurschommelingen.
In de loop der tijd hebben wij ernaar gestreefd het comfort van onze omgeving te verbeteren. Wij hebben geprobeerd onze huizen in koudere streken te verwarmen en in warmere streken te koelen, omdat een te lage of te hoge temperatuur ons belet naar behoren te werken of ons te ontspannen. Het thermisch comfort dat essentieel is voor ons welzijn, is echter onderhevig aan drie factoren:
Van al deze factoren blijft de menselijke factor de meest onvoorspelbare. De anderen kunnen echter worden beheerst om dat broodnodige gevoel van welzijn te geven. Veranderingen in bouwpatronen, werkpatronen en bezettingsgraden hebben nieuwe parameters gecreëerd waarmee ontwerpers rekening moeten houden.
Moderne gebouwen genereren bijvoorbeeld veel meer warmte dan gebouwen van pakweg 50 jaar geleden, en wel om verschillende redenen:
Warmte stroomt altijd van warmere materie naar koudere materie. Het is eigenlijk een overdracht van energie tussen snel bewegende en langzamer bewegende moleculen. Dit betekent dat snellere moleculen iets langzamer gaan en langzamere iets sneller. Eenvoudiger gezegd betekent dit dat wanneer het buiten warm is, warmte de koelere binnenruimten probeert “binnen te dringen”.
Warmte kan van het ene object op het andere worden overgedragen via een van de volgende drie processen:
Koude tocht wordt soms in verband gebracht met airconditioning, en kan inderdaad worden veroorzaakt door een slecht ontworpen systeem. Het is daarom belangrijk om in de ontwerpfase rekening te houden met hoe de locatie van het apparaat en de luchtverdeling invloed hebben op de aanwezigen.
Ook de hoogte van het plafond is belangrijk. Fabrikanten van airconditioningssystemen geven in het algemeen aan dat de optimale plafondhoogte voor een systeem met directe ventilatie tussen 2,70 en 3,50 meter moet liggen. De koude lucht van ongeveer 16°C die op deze hoogte wordt aangevoerd, kan zich vermengen met de warmere lucht in de ruimte voordat ze de aanwezigen bereikt, zodat elk gevoel van koude tocht wordt vermeden.
Indien het systeem echter niet aan deze normen voldoet, kan er altijd een hoogwaardig airconditioningssysteem worden geïnstalleerd, om dit te compenseren.
De plaats van installatie van het apparaat en de hoogte en vorm van het plafond hebben dus een grote invloed op de aan- of afwezigheid van tocht. Om dit te verklaren, volgt hier wat informatie over de eigenschappen van koude lucht. Koude lucht heeft de neiging om een tijdje aan het plafond te “plakken” alvorens te dalen. Dit wordt het “Coanda-effect” genoemd, en zorgt ervoor dat de koude lucht zich mengt met de omgevingslucht alvorens terug de ruimte in te stromen.
Helaas zal de aanwezigheid van een obstakel, zoals bijvoorbeeld een plafondbalk, de luchtstroom onderbreken. In dit geval zal de koude lucht de balk raken en dan onmiddellijk naar beneden dalen, wat ongemak veroorzaakt voor de persoon die er direct onder zit.
Als twee apparaten tegenover elkaar worden geïnstalleerd, zullen de koude stromen tegen elkaar botsen en zal er een vergelijkbaar effect optreden.
De termen COP (Coefficient of Performance – prestatiecoëfficient) en EER (Energy Efficiency Ratio) geven een indicatie van het verwarmings- en koelingsrendement van airconditioningssystemen. Zij geven aan hoeveel verwarming of koeling een apparaat levert in verhouding tot de hoeveelheid elektriciteit die nodig is om het te laten werken. Als een airconditioner dus 5kW warmte genereert bij een elektriciteitsinput van 1kW, wordt zijn COP gewaardeerd op 5,0. Op dezelfde manier, als een airconditioner 5kW koeling genereert voor een elektriciteitsinput van 1kW, zal de EER ook 5,0 zijn. Hoe hoger de COP en EER, hoe energie-efficiënter het apparaat wordt geacht te zijn.
Bij airconditioning moet rekening worden gehouden met twee vormen van warmte:
Voelbare warmte
Wanneer een voorwerp wordt verwarmd, neemt de temperatuur toe naarmate er meer warmte wordt toegevoegd. Deze toename van warmte wordt voelbare warmte genoemd. Op dezelfde manier, wanneer warmte een voorwerp verlaat en de temperatuur ervan daalt, wordt de verwijderde warmte ook voelbare warmte genoemd. Voelbare warmte is de warmte die veranderingen in temperatuur veroorzaakt.
Latente warmte
Elke zuivere stof is in staat van toestand te veranderen. Vaste stoffen kunnen vloeistoffen worden (ijs verandert in water) en vloeistoffen kunnen gassen worden (water verandert in stoom), maar dergelijke veranderingen vereisen de toevoeging of de verwijdering van warmte. De warmte die deze veranderingen veroorzaakt wordt latente warmte genoemd
De latente warmte heeft echter geen invloed op de temperatuur van een stof: water blijft bijvoorbeeld 100°C wanneer het kookt. De warmte die wordt toegevoegd om het water aan de kook te houden, wordt latente warmte genoemd. Latente warmte is dus warmte die een verandering van toestand veroorzaakt zonder dat de temperatuur verandert.
Inzicht in dit verschil is van fundamenteel belang om te begrijpen waarom koelvloeistoffen worden gebruikt in koelsystemen. Dit verklaart ook waarom de termen “totale capaciteit” (voelbare en latente warmte) en “voelbare capaciteit” worden gebruikt om de koelcapaciteit van een apparaat te definiëren. Tijdens de koelcyclus vormt zich condensatie in het apparaat als gevolg van de aanzuiging van latente warmte. De voelbare capaciteit is het vermogen om de temperatuur te verlagen; de latente capaciteit is het vermogen om vocht uit de lucht op te nemen.